>Terug naar het overzicht

Danny studeerde in Lissabon. Iets dat zijn broer nooit zou kunnen

8 maart 2023

Danny en Roy liggend

Danny (21) studeerde het afgelopen jaar een semester in Lissabon. Toen hij een maand geleden terugkwam, vertelde zijn moeder dat zijn broer, Roy (25), het er wel moeilijk mee heeft gehad dat hij zoiets niet zou kunnen. We spraken Danny over zijn broer en wat dit met hem doet.

Roy is zich heel bewust van zijn verstandelijke beperking en wat hij daardoor allemaal niet kan.

‘Roy heeft autisme, ADHD, een hechtingsstoornis en een laag IQ. Sinds een jaar of 6 woont hij op een woongroep. Ik woon bij mijn ouders, maar ben het afgelopen jaar dus een half jaar veel van huis geweest voor mijn studie.’

‘Vanuit Lissabon waren vliegtickets heel goedkoop, waardoor ik verschillende trips heb kunnen maken. Afgelopen week vertelde mijn moeder dat Roy het er moeilijk mee heeft gehad dat ik dat kon en hij niet. Zo reageerde hij, toen ze het met hem daarover had, vrij bot en koppig: “Ja, tuurlijk. Waar doet hij het van?” Hij was daar best jaloers op.’

‘Roy is zich heel bewust van zijn verstandelijke beperking en wat hij daardoor allemaal niet kan. Dat vindt hij soms heel moeilijk. Je merkt het aan hem wanneer hij daarmee wordt geconfronteerd. Dan raakt hij gefrustreerd of wordt hij koppig. Hij geeft het ook wel aan dat hij het moeilijk vindt. En toen ik een maand geleden weer thuiskwam, kwamen er een aantal mensen naar ons huis toe. Roy houdt van aandacht en wilde daarom in eerste instantie niet komen. Uiteindelijk kwam hij toch en vond hij het heel leuk.’

Ik vertel hem dat hij zichzelf niet moet vergelijken met anderen.

‘Roy en ik hebben een goede band. We hebben het er ook wel eens over hoe het voor hem is als iets hem niet lukt. Ik vertel hem dan dat hij zichzelf niet moet vergelijken met anderen en ook moet kijken naar wat hij allemaal wel kan en doet. Hij heeft al veel bereikt, waarvan we in eerste instantie niet hadden verwacht dat hij het zou kunnen, zoals lezen en schrijven. Daarvoor ben ik heel trots op hem en daar probeer ik dan op te focussen.’

‘Toen ik in het buitenland zat, had ik besloten om met Kerst terug naar Nederland te gaan. Mijn ouders wisten dit niet, maar Roy wel. Dat heeft hij van september tot Kerst geheim weten te houden. Normaal kan hij niet goed zijn mond houden, dus dat is heel bijzonder. Ik vond het echt heel knap van hem. Hij vond het heel moeilijk, maar het moment leek hem heel grappig. Hij keek daar dus ook naar uit.’

‘Ik probeer hem vaak te wijzen op de dingen die hij heel goed doet, maar ik snap dat het soms heel moeilijk is. Af en toe is die frustratie er gewoon en dat is begrijpelijk. Toch schrok ik wel toen mijn moeder vertelde dat hij zo koppig naar mij had gedaan over de trip die ik maakte. Gelukkig was het direct goed toen ik weer met hem was.’

Ik vind het wel eens zielig en kan er verdrietig om worden.

‘Mijn ouders zeggen wel eens dat iemand zich soms maar beter helemaal niet bewust kan zijn van zijn of haar beperking. Roy weet het gewoon heel goed en dat maakt het extra frustrerend en moeilijk. Ik vind het wel eens zielig en kan er verdrietig om worden, als ik er te lang over nadenk.’

‘Ik voel me ook wel eens schuldig. Een voorbeeld daarvan is dat we allebei geadopteerd zijn en ik mijn biologische familie weer terug heb gevonden, maar hij niet. Bij mijn adoptie hebben mijn ouders veel informatie gekregen. We hebben uiteindelijk contact gezocht met iemand in Colombia die hen ging opsporen. Dat heeft bijna een jaar geduurd, maar uiteindelijk kreeg ik contact met mijn familie. Roy is te vondeling gelegd en heeft daardoor een heel kleine kans om erachter te komen wie zijn biologische familie is. Dat is ook de reden dat hij een hechtingsstoornis heeft ontwikkeld. Hij vindt het heel moeilijk dat ik mijn biologische familie wel heb gevonden en dat begrijp ik heel goed. Ik probeer me wel eens voor te stellen hoe het is als je geen informatie hebt. Dat frustreert mij al. Ik kan me daar dan ook wel eens schuldig over voelen.’

‘Daarnaast kreeg ik bijvoorbeeld op jongere leeftijd al zakgeld en Roy niet. Mijn ouders kochten de spullen gewoon voor hem die ik van mijn zakgeld kocht. Dat voelde soms wel krom, omdat hij mijn oudere broer is. We worden daarin net iets anders behandeld. Niet omdat ze mij liever vinden, maar omdat ze weten hoe Roy is en hoe ik ben.

Als mijn ouders er later niet meer zijn, dan wil ik er voor hem kunnen zijn als er wat is.

Roy

‘Gelukkig houdt het me niet tegen om Roy iets te vertellen of om op reis te gaan. Wel zal ik bijvoorbeeld nooit ver van hem af willen wonen. Ik zou nooit gaan emigreren. En als mijn ouders er later niet meer zijn, dan wil ik er voor hem kunnen zijn als er wat is. Mijn moeder wast nu altijd zijn shirts, omdat die op de groep allemaal bij elkaar worden gegooid en soms niet mooi uit de was komen. Dat wil ik later ook voor Roy doen.’

‘Vooral nu we ouder zijn geworden, kunnen we steeds beter met elkaar praten. We hebben ook echt dezelfde humor. Aan de ene kant is het heel fijn dat zijn beperking zo is dat dit kan. Aan de andere kant is het voor hem dus af en toe heel frustrerend.’

Heb je een vraag? App SAME! Whatsapp