De term ‘brus’ is een samenvoeging van de eerste letters van het woord ‘broer’ en de laatste letters van het woord ‘zus’. Misschien wordt wel eens tegen jou gezegd dat je een brus bent. Je ziet de term hier ook overal voorbijkomen. Maar wat is het precies? Wanneer ben je een brus en wat komt daarbij kijken? We leggen het je hier uit.
Eén op de zestien kinderen is een brus. Dit is een broer of zus van iemand die een beperking, stoornis of ziekte heeft. Sommigen verwoorden het ook wel als het hebben van een bijzondere broer of zus.
Hoewel het één term is, is het zijn van een brus voor iedere brus anders. Zo kan het zijn dat je jonger bent dan jouw bijzondere broer of zus, waardoor je niet anders weet dan dat er veel voor jouw broer of zus gezorgd moet worden en dat er regelmatig hulpverleners bij jullie thuis zijn. Het kan ook zijn dat je ouder bent dan jouw broer of zus en dat je de verandering die het teweegbracht bewust hebt meegemaakt.
Het verschilt natuurlijk ook per gezin wat het brus-zijn betekent. In sommige gezinnen laten de ouders de zorgtaken buiten de brussen en in andere gezinnen helpen brussen ook mee in de verzorging. Het is ook anders wanneer een broer of zus in een instelling woont.
Hoewel iedereen het op een eigen manier ervaart, geldt voor elke brus hetzelfde: je broer of zus heeft een beperking, stoornis of ziekte, waardoor hij of zij meer zorg nodig heeft. Daardoor zal er automatisch meer aandacht zijn voor hem of haar en kunnen jullie als gezin niet alles wat veel andere gezinnen wel kunnen. Het kan bijvoorbeeld moeilijk zijn om op vakantie te gaan, omdat jullie een aangepaste woning nodig hebben of omdat het voor je broer of zus moeilijk is om in een onbekende omgeving te zijn.
Dit heeft gevolgen voor een brus. Zo houd je als brus rekening met de beperking van je broer of zus en is het risico groot dat jij minder aandacht krijgt dat je nodig hebt of zou willen. Sommige brussen voelen veel verantwoordelijkheid voor hun broer of zus. Ze helpen mee in de zorg en maken zich daardoor meer zorgen om hun broer of zus. Ook zijn er brussen die zichzelf, vaak onbewust, wegcijferen. Ze willen hun ouders niet nog meer zorgen geven en bespreken het bijvoorbeeld niet als ze zelf ergens mee zitten. Ze houden hun gevoelens bij hunzelf of delen het met anderen in hun omgeving.
Veel brussen voelen zich niet een brus of vinden het een stomme term. Toch is het belangrijk dat deze term er is, juist vanwege de gevolgen die het brus-zijn kan hebben. Hierdoor kan er namelijk meer bewustzijn gecreëerd worden voor de gevolgen die brussen ervaren en kan er eventueel hulpverlening voor hen worden opgezet.
Er is veel aandacht voor de negatieve gevolgen die het brus-zijn heeft op brussen. Er zijn ook veel positieve gevolgen. Zo ontwikkelen brussen (sneller) bepaalde kwaliteiten waar ze in hun leven veel plezier van kunnen hebben, zoals:
Ben jij een brus en voel jij dit ook zo? Zoals je hebt kunnen lezen, ervaart iedereen het brus-zijn op een eigen manier. Waar de één meer zijn of haar eigen ding kan doen, maakt de ander zich meer zorgen. En ook kan elke brus hierdoor eigen kwaliteiten ontwikkelen. Hoewel je er niets mee hoeft te doen, het is goed om te weten dat je niet de enige brus bent en dat het oké is als je soms even baalt. Er zijn ook veel boeken over geschreven, zoals dit boek van Anjet van Dijken.