Op school vertellen over je broer of zus

Een spreekbeurt

Op de basisschool moeten je jaarlijks een spreekbeurt houden. Die kan je houden over je favoriete dier, het muziekinstrument dat je kan spelen of de sport die je graag doet. Je kunt in jouw spreekbeurt ook vertellen over de beperking, stoornis of ziekte die jouw broer of zus heeft.

Vertel daarin bijvoorbeeld over wat de beperking, stoornis of ziekte precies is. Wat is hiervan de oorzaak? Wat zijn daarvan de gevolgen? Wat merk je ervan in jullie gezin? En hoe is dat voor jou als broer of zus? Dit zijn allemaal onderwerpen die je kunt bespreken.

Een werkstuk

Ook moet je op de basis- en middelbare school regelmatig een werkstuk maken. Een werkstuk over een maatschappelijk onderwerp, een onderwerp dat jij interessant vindt of over jezelf. Dat kun je ook aangrijpen om meer te vertellen over de beperking, stoornis of ziekte van jouw broer of zus. Het hangt natuurlijk van de precieze opdracht af wat je erin kan vertellen.

Boeken

Wil je graag dat jouw klasgenoten en leraren meer leren over de stoornis, beperking of ziekte van jouw broer of zus, maar wil je dit liever niet zelf voor de klas bespreken of in een werkstuk verwerken? Dan kun jouw klasgenoten er ook een boek over lezen. Er zijn namelijk meerdere boeken geschreven over verschillende soorten beperkingen, stoornissen en ziektes en over de broers en zussen van een kind met een beperking, stoornis of ziektes. Denk aan Het Broers- en zussenboek van Anjet van Dijken. Je kunt – misschien met hulp van je ouders – zelf een boek kopen die je uitleent aan je klasgenoten, maar je kunt ook aan jouw docent vragen of de school dit kan doen en of hij of zij dit wil opnemen in het lesprogramma.

Gastlessen

Tot slot kun je aan jouw leraar of lerares vragen of er een gastles gegeven kan worden. Die gastles kan specifiek gaan over de beperking, stoornis of ziekte van jouw broer of zus, maar het kan ook een meer algemeen onderwerp hebben. Denk aan wat een beperking, stoornis of ziekte precies is of over hoe het is om een broer of zus te zijn van een bijzondere broer of zus.

Er zijn verschillende mensen die zo’n gastles kunnen geven. Je kunt bijvoorbeeld aan de begeleiders van jouw broer of zus vragen of zij dit zouden willen doen. Misschien biedt de zorgorganisatie dit ook wel aan of kennen ze andere professionals die graag over dit onderwerp vertellen. Je kunt ook je ouders vragen of zij een gastles willen geven en, als je dat wil, kan je daarbij natuurlijk zelf jouw verhaal vertellen.

Waarom is dit belangrijk?

Wanneer je broer of zus ziek is of een beperking of stoornis heeft, kan jij je erg zorgen om hem of haar maken. Dat kan ervoor zorgen dat jij je moeilijk kunt concentreren in de les of op een opdracht die je moet maken. Ook kan het zijn dat je regelmatig te laat op school bent, omdat je jouw ouders ’s ochtends moest helpen of dat je jouw huiswerk niet af hebt, omdat er bij jullie thuis iets is voorgevallen. Als jouw leraar/lerares en klasgenoten weten waar dit door komt, kunnen ze hier rekening mee houden. Dat kan jou enorm helpen.

Sommige broers en zussen willen liever niet dat er veel rekening wordt gehouden met hun thuissituatie. Ze willen niet anders behandeld worden. Dat is begrijpelijk. Het geeft je alleen wel veel stress en druk als het door de drukte en onrust thuis maar niet lukt om te leren voor die ene toets of als je voor de zoveelste keer te laat op school komt. Jij kunt daar niets aan doen en moet daar niet de dupe van worden.