Heeft jouw broer of zus een tic?

Wat zijn tics?

Een ongecontroleerde, snelle, plotselinge, terugkerende en niet ritmische beweging of geluid. Dat is een tic. Denk bijvoorbeeld aan:

• Bewegingen: met het hoofd of een ander lichaamsdeel schudden, met de ogen knipperen, met de mond trekken, dingen aanraken, gebaren maken
• Geluiden: de neus ophalen, kuchen, woorden of zinnen zeggen

Iedereen maakt wel eens bepaalde geluiden of bewegingen. Misschien herken je dat ook wel van jezelf. Maak je een bepaalde periode meerdere keren op een dag bepaalde bewegingen of geluiden, dan kunnen het tics zijn.

1 op de 10 kinderen heeft last van tics. Zij hebben echt het gevoel die beweging of dat geluid te moeten maken en doen dat niet expres. Ze kunnen het moeilijk tegenhouden.

Als je broer of zus tics heeft, dan kan dat heel vervelend zijn voor hem of haar. Het kan dagelijkse dingen lastig maken, zoals je concentreren op school, met vrienden afspreken of sporten. Het is ook vervelend als mensen er steeds naar vragen.

Hoe ontstaan tics?

Tics ontstaan in de hersenen, maar het is niet duidelijk wat daar precies de oorzaak van is. Vaak heeft iemand er aanleg voor en zorgen verschillende psychologische factoren voor de tics. Het kan bijvoorbeeld versterkt worden door stress.

Kan je als broer of zus helpen?

Het kan zijn dat je wel eens schrikt van de tics van je broer of zus. Het kan ook wat vervelend of storend zijn, bijvoorbeeld als jullie samen aan tafel eten of een film kijken. Je broer of zus kan er alleen niets aan doen. Hij of zij kan er dus ook niets mee als je er een opmerking over maakt. Daarom geven we je een aantal tips voor hoe je hier als broer of zus mee om kunt gaan:

• Blijf vooral zo met je broer of zus omgaan als je deed toen hij of zij nog geen tics had. Geef geen aandacht aan de tics.
• Probeer de tics niet af te leren en leg geen druk op je broer of zus om te stoppen met de tics. Dat geeft juist extra spanning en kan het verergeren.
• Vraag aan vrienden of anderen die bij jullie thuiskomen om net zo met de tics om te gaan als jij doet. Dat geeft je broer of zus een veilig gevoel.
• Geef eventueel aan je omgeving uitleg over de tics. Daardoor hoeven ze er niet naar te vragen.

Wat kun je wel doen aan tics?

Tics kunnen minder worden of zelfs overgaan. Dat kan vanzelf gaan of het resultaat zijn van een behandeling. Er zijn verschillende behandelingen mogelijk bij tics, bijvoorbeeld therapie. Daarbij leren mensen die last hebben van tics, om te gaan met de tics. Ze leren bijvoorbeeld wat ze kunnen doen als ze aan voelen komen dat ze weer een beweging of geluid moeten maken. Er zijn ook medicijnen die ervoor zorgen dat je minder last hebt van tics, maar omdat deze bijwerkingen hebben, wordt vaker gekozen voor therapie.

Heb je het idee dat jouw broer of zus last heeft van tics? Bespreek het met je ouders. Misschien kunnen zij je er meer over vertellen of kunnen zij hulp zoeken voor jouw broer of zus.